Laatst gewijzigd: 14 maart 2024
Zo zorgen wij er zo goed als mogelijk voor dat het veilig wonen en werken blijft in het rivierengebied. Dat rivieren bevaarbaar blijven. Dat de natuur zich kan ontwikkelen en de ecologische waterkwaliteit kan herstellen. Dat we voldoende zoetwater en drinkwater beschikbaar houden. En dat er ruimte blijft voor economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.
Van woensdag 31 januari 2024 tot en met dinsdag 12 maart 2024 was er de mogelijkheid te reageren op het Ontwerp Programma IRM door het indienen van een zienswijze. Download de brochure voor een toelichting op hoofdlijnen.
Nieuw samenhangend rivierenbeleid is noodzaak
Vertrekpunt van het Ontwerp Programma IRM is dat we de rivieren zien als samenhangend riviersysteem. Als we ingrijpen op één plek in de rivier, dan heeft dit ergens anders gevolgen. Keuzes die we maken, hebben invloed op elkaar en daarom is één samenhangende, integrale aanpak nodig.
In elk geval moet het dalen van de rivierbodem stoppen en moet die bodem op sommige plekken ook omhoog. Een dalende rivierbodem betekent immers lagere rivierwaterstanden, lagere grondwaterstanden en dus verdroging van de uiterwaarden. Dat is slecht voor de natuur. Omdat de rivierbodem niet overal zakt en niet overal even snel, ontstaan ondieptes en neemt de vaardiepte af. Daar heeft de scheepvaart last van.
Door de dalende rivierbodem verandert ook de verdeling van het beschikbare water: bij laagwater gaat er steeds minder water naar de IJssel en meer water naar de Waal. Daardoor gaat er geleidelijk steeds minder water naar het IJsselmeer, een belangrijke zoetwaterbuffer voor Noord-Nederland.
Kijken we naar de toekomst, dan moeten we er ook voor zorgen dat rivieren nog meer water kunnen afvoeren bij extreem hoogwater. Samengevat moeten hoogwaterstanden in de rivier dus omlaag en laagwaterstanden omhoog.
IRM in vier minuten
Meer weten over waarom IRM nodig is en welke keuzes de overheidspartners maken in het Programma IRM? Bekijk de animatie:
Klik hier om het tekstalternatief van deze video te lezen.
We zien een getekende animatie over Integraal Riviermanagement en de voice-over stem spreekt de volgende tekst uit:
De grote rivieren zijn belangrijk voor de Nederlandse economie en beïnvloeden de leefbaarheid.
We zien een rivier met daarom heen dijken.
We krijgen in toenemende mate te maken met zeer natte periodes, die in het rivierengebied zorgen voor extreem hoogwater en ook met warme en droge periodes die zorgen voor langduriger, extreem laagwater.
Het begint te regenen en het water in de rivier stijgt, daarna verdroogt de rivier.
Daarom gaan Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten in het programma Integraal Riviermanagement samen aan de slag om het rivierengebied toekomstbestendig te maken én te houden voor volgende generaties.
Integraal Riviermanagement verschijnt als tekst in het beeld.
Het hoogwater en de watertekorten bedreigen de waterveiligheid, zoetwatervoorziening, scheepvaart, natuur, ecologische waterkwaliteit en economie.
De vijf iconen van de thema’s verschijnen in beeld.
Daarnaast daalt de rivierbodem. Dit komt door erosie van het zomerbed en door een tekort aan sediment in de rivier. De rivier wordt hierdoor steeds dieper en het waterpeil wordt lager.
Er verschijnt een vergrootglas in beeld. In het beeld is een kleine animatie te zien waarin de rivier steeds dieper wordt en het waterpeil zakt.
Deze erosie speelt met name op de Waal, maar ook op de IJssel en delen van de Maas.
De kaart van Nederland verschijnt in beeld met daarom heen de grote rivieren aangegeven.
Het lagere waterpeil zorgt voor verdroging van de natuur en voor andere verdeling van het beschikbare water over de riviertakken.
Een nieuw vergrootglas komt in beeld, hierin is natuur te zien die langzaam verdroogt.
Daardoor gaat er geleidelijk steeds minder water via de IJssel naar het IJsselmeer, dé zoetwaterbuffer van Nederland.
De kaart van Nederland verschuift naar het Noorden en het IJsselmeer komt in beeld.
Omdat de rivierbodem niet op alle plekken zakt en niet overal even snel, ontstaan ondieptes en neemt de vaardiepte af. Daar heeft de scheepvaart last van.
De animatie komt in een nieuwe scene. We zien een binnenvaartschip op de rivier varen. Rechts in beeld is een gedeelte van een sluis te zien. Er komt een nieuw vergrootglas in beeld, daarin is te zien dat het waterpeil zakt, en daarmee het schip ook. Het schip komt nu gevaarlijk dicht bij de bodem van de sluis.
Rijk en regio pakken deze opgaven aan met nieuw rivierenbeleid. Het beleid gaat over de “rivierbodemligging en sedimenthuishouding in de rivieren” en over de “afvoer- en bergingscapaciteit van de rivieren”.
Een informatieve kaart van Nederland verschijnt in beeld. Daarop zijn de rivieren te zien met daarop de hoge en lage afvoeren aangegeven.
Dit staat beschreven in het Programma IRM. Het riviersysteem staat hierbij centraal.
Het logo van IRM komt links in het beeld.
De komende jaren werken Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten, in samenspraak met maatschappelijke organisaties, dit beleid verder uit.
Een nieuwe scene komt in beeld. We zien een drukke stad omgeving met daarachter de rivier. Op de rivier vaart een binnenvaartschip.
In het Programma IRM wordt een aantal keuzes gemaakt:
Voor de rivierbodem is opgenomen dat:
Het beeld wisselt weer door. We zien de rivier met dijken in een plattelandsomgeving.
- ontgrondingen uit de vaargeul van de rivier stoppen om verdergaande bodemdaling in de rivier te voorkomen
Een vergrootglas verschijnt in beeld. Daarop is een graafmachine te zien die in de rivier aan het werk is. Er verschijnt een rood kruis door de graafmachine.
- ervoor wordt gezorgd dat sediment zich weer goed kan verplaatsen in de rivieren en op de goede plekken achterblijft
Een tweede vergrootglas verschijnt in beeld. Hierin zien we sediment neerslaan op de bodem van de rivier.
- er zo min mogelijk gebaggerd hoeft te worden om de hoofdgeul bevaarbaar te houden
Voor de Grensmaas voegen we sediment toe om daling van de rivierbodem tegen te gaan. Voor de Rijntakken onderzoeken we waar het verhogen van de rivierbodem op termijn nodig en haalbaar is.
Een derde vergrootglas verschijnt in beeld. We zien een dwarsdoorsnede van een rivier met bodem. Er wordt een extra laag sediment toegevoegd aan de bodem.
Voor de waterafvoer en -berging is in het Programma IRM opgenomen dat:
- er onderzoek wordt gedaan hoe de waterverdeling bij hoog- en laagwater precies moet zijn
De vorige drie vergrootglazen verdwijnen uit beeld en een nieuwe vergrootglas komt daarvoor in de plaats. In het glas is een kaart van Nederland te zien die inzoomt op de waterverdeling van de Rijn.
- wordt onderzocht welke maatregelen goed zijn voor meerdere rivierfuncties
Een tweede vergrootglas verschijnt in beeld met daarop de vijf thema iconen van de rivierfuncties.
De riviermaatregelen die nodig zijn, vragen om ruimte. IRM onderzoekt de komende tijd preciezer of, waar en hoeveel ruimte er nodig is.
Het beeld verandert naar een nieuwe scene. We zien een boerenlandschap met daarop de rivier en dijken. Op de achtergrond draait een molen.
Dit kan mogelijk ook binnendijkse ruimte zijn. En kan in de toekomst om scherpe keuzes vragen.
De dijk verplaatst zich naar achteren en maakt meer ruimte voor de rivier.
Zo zorgen Rijk en regio er met IRM voor dat:
Het beeld zoomt in op het plattegrond om visueel ruimte te maken voor de vijf thema iconen.
Deze komen een voor een in beeld.
- er veilig gewoond en gewerkt kan worden in het rivierengebied
- de rivieren bevaarbaar blijven
- de natuur zich kan ontwikkelen en de ecologische waterkwaliteit kan herstellen
- Er voldoende zoetwater en drinkwater beschikbaar blijft
En dat er ruimte blijft voor economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.
De animatie sluit af met een overzicht van de betrokken partijen. Links in beeld staat het grote “Programma Integraal Riviermanagement” logo. Daar rechts van staat een opsomming van logo’s:
- ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
- ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Rijkswaterstaat – Ministerie van Infrastructuur en Milieu
- Deltacommissaris
- Deltaprogramma Rijn
- Deltaprogramma Maas
Onderaan staat als slot de slogan: “Naar een toekomstbestendig rivierengebied”
Als uitsluiting van de animatie komt in tekst in beeld:
Wil je meer weten? Bezoek www.bouwplaatsirm.nl
Reageer van 31 januari tot 12 maart 2024 op het Ontwerp Programma IRM:
www.platformparticipatie.nl/irm
Wat staat er in het Ontwerp Programma IRM?
In het Ontwerp Programma IRM staat nieuw rivierenbeleid voor de rivierbodemligging en sedimenthuishouding en voor afvoer- en bergingscapaciteit. Dit beleid is erop gericht om zoveel mogelijk recht te doen aan alle ‘rivierfuncties’: waterveiligheid, de beschikbaarheid van zoetwater en drinkwater, natuur en ecologische waterkwaliteit, bevaarbaarheid en regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.
Binnen IRM werken het Rijk en regionale overheden aan een stabiele rivierbodem die zichzelf zoveel mogelijk in stand houdt en zo min mogelijk onderhoud vraagt. De ligging van de rivierbodem moet ervoor zorgen dat de rivier bevaarbaar is, dat die bijdraagt aan de natuurlijke rivierdynamiek en dat die ervoor zorgt dat we het water ook in droge tijden goed kunnen verdelen over Nederland.
We moeten er verder voor zorgen dat de rivieren de extreme hoogwaterpieken die we in de loop van deze eeuw verwachten, kunnen afvoeren en opvangen. IRM zoekt naar oplossingen die ook bijdragen aan de aanpak van de rivierbodemdaling. En die zoveel mogelijk bijdragen aan de rivierfuncties.
Keuzes voor de rivierbodem
Voor de rivierbodem geldt dat we:
- stoppen met ontgrondingen uit het zomerbed van de rivier en verdergaande rivierbodemerosie voorkomen;
- ervoor zorgen dat het sediment zich weer goed kan verplaatsen in de rivieren en op de goede plekken achterblijft;
- door een andere inrichting van de rivieren zorgen dat we zo min mogelijk hoeven te baggeren om de hoofdgeul bevaarbaar te houden.
Voor de Grensmaas geldt dat we sediment toevoegen om verdere bodemdaling te stoppen. Voor de Rijntakken kijken we waar het verhogen van de rivierbodem op termijn nodig en haalbaar is.
Keuzes voor de waterafvoer en -berging
Voor de waterafvoer en -berging geldt dat we:
- onderzoeken hoe de waterverdeling bij hoog- en laagwater precies moet zijn;
- onderzoeken welke impact riviermaatregelen hebben op (meerdere) rivierfuncties;
- inzetten op ‘gestapelde’ riviermaatregelen die de bodemerosie stoppen en die ook goed zijn voor de rivierfuncties.
Ruimteclaim voor de rivieren
De riviermaatregelen die nodig zijn, vragen om ruimte. En op sommige plekken ook om méér ruimte dan nu in de uiterwaarden al is gereserveerd. Een eerste inschatting daarvan staat in het Ontwerp Programma IRM. Deze ‘ruimtekaart’ (zie de afbeelding rechts) helpt bij het maken van ruimtelijke keuzes, nu we een nieuwe balans moeten vinden in het gezamenlijk gebruik van het rivierengebied.
We onderzoeken de komende tijd preciezer of, waar en hoeveel ruimte er mogelijk ook aan de landkant van de rivieren binnendijks nodig is en nemen daarin de nieuwste klimaatscenario’s mee. Deze informatie is heel belangrijk voor de landelijke Nota Ruimte en ook voor de ruimtelijke puzzels van de provincies.
We willen zoveel mogelijk recht doen aan alle rivierfuncties en zorgen ervoor dat riviermaatregelen goed op elkaar aansluiten en meerdere functies dienen. Toch zullen we samen scherpe keuzes moeten maken, want door de beperkte ruimte in het rivierengebied weten we nu al dat niet alles overal mogelijk is.
![Kaart met ruimtelijke consequenties IRM (bron: Ontwerp Programma IRM)](/sites/default/files/styles/content_img/public/2024-01/irm_8_ruimtelijke_consequenties.webp?itok=y4rKH6w1)
![Kaart met ruimtelijke consequenties IRM (bron: Ontwerp Programma IRM)](/sites/default/files/styles/content_img_popup/public/2024-01/irm_8_ruimtelijke_consequenties.png?itok=oTYxwNmh)
Milieueffecten Ontwerp Programma IRM onderzocht
Bij het Ontwerp Programma IRM hoort een planMER om doelbereik en milieueffecten te beoordelen. Op basis van eerder onderzoek zijn in dit planMER drie alternatieven onderzocht en daaruit is een richtinggevend voorkeursalternatief bepaald. Dit is vervolgens in het Ontwerp Programma IRM vertaald in de twee beleidskeuzes voor rivierbodemligging en sedimenthuishouding en afvoer- en bergingscapaciteit.
Uit het planMER blijkt dat we met deze twee beleidskeuzes de beste resultaten kunnen halen en dat het nieuwe rivierenbeleid gezien milieueffecten en Natura2000-doelstellingen ook goed uitvoerbaar is.