Vraag en Antwoord Bouwdag Rijn | Deel 1 (24 november 2020)
Bouwsessie Beeld op de Rivieren | IJssel
In de bouwsessies Beeld op de Rivieren (BoR) bespraken we in verschillende sessies per riviertraject de informatie die we in eerdere werksessies hebben opgehaald. Het doel van deze bouwsessies was om deze informatie aan te vullen en te verifiëren. Ook kwamen de gevonden dilemma’s en knelpunten aan de orde en hoe deze zich onderling verhouden. In een aparte sessie discussieerden we exclusief op het schaalniveau van het volledige riviersysteem. Wat is de betekenis van dilemma’s en knelpunten op lokaal en riviertrajectniveau voor het systeem van de rivier?
Op deze pagina vind je de antwoorden op de vragen die zijn gesteld tijdens de bouwsessie over de IJsse. De inbreng die is geleverd via de chat nemen we natuurlijk mee met de totale oogst van de Bouwdagen.
Meer informatie over het Beeld op de Rivieren
Heb je een aanvullende vraag? Mail ons: info@bouwplaatsirm.nl
Vraag en Antwoord
-
Wat is de uitwerking van het gegeven dat de Nederrijn niet erodeert en de Waal en de IJssel wel? Dit gaat in de toekomst nog een groot spanningsveld opleveren. De bevaarbaarheid van de gekanaliseerde Benedenrijn zou in principe geen probleem mogen zijn o
Dit is een zeer goede vraag, waarop echter nog moeilijk een antwoord te geven is. Dit is namelijk een direct gevolg van de te nemen keuze voor de afvoerverdeling op het Splitsingspuntengebied. Binnen onze visie moet de bevaarbaarheid van de Nederrijn worden behouden, aangezien de haven van Wageningen bereikbaar moet blijven en de rivier een alternatief vormt voor de Waal voor sommige schepen. Om dit te garanderen lijken aanpassingen aan de stuw bij Driel noodzakelijk, zodat ook in tijden van laagwater doorgang mogelijk is. Daarnaast moet bodemdaling op IJssel en Waal worden tegengegaan zodat de problemen niet groter worden.
-
Welk effect heeft en welke maatregelen moeten er getroffen worden op de beneden IJssel om Va mogelijk te maken?
De beneden IJssel is al bevaarbaar voor deze klasse schepen en behoeft daarvoor geen aanpassingen. Waar aanpassingen noodzakelijk nodig zouden zijn is de Boven IJssel, die tijdens laagwater erg smal wordt en de grotere scheepvaart hindert.
-
In de Omgevingsagenda ON is er geopperd dat als er keuzes moeten worden gemaakt tussen klasse Va op de IJssel, dat dan juist de noordelijke IJssel af zou vallen voor deze klasse. Mede vanwege de voorzieningen die bijvoorbeeld bij Doesburg zijn ontwikkeld.
Hiervan waren wij niet op de hoogte, dit lezen wij zo ook niet terug in het rapport van de Omgevingsagenda. Daarom dank voor deze aanvulling.
-
Welke vormen van recreatie vallen onder extensieve recreatie?
Het is lastig een harde grens te trekken tussen extensieve en intensieve recreatie. Immers is wandelen over het algemeen extensief, behalve nabij steden waar grote aantallen mensen de uiterwaarden in trekken en kan worden gesproken over een intensieve vorm van recreatie. Onder extensief recreatief gebruik kan worden verstaan: openluchtrecreatie waarbij vooral het landschap beleefd wordt, waarbij weinig of geen gebouwde voorzieningen nodig zijn en waarbij tevens in het algemeen het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. Dit geldt bijvoorbeeld voor wandelen, fietsen en verblijven. Vissen valt hier over het algemeen ook onder, aangezien er beperkte voorzieningen noodzakelijk zijn en de intensiteit meestal laag is. Intensieve recreatie vormt de gemotoriseerde watersport of een gebied waar veel voorzieningen aanwezig zijn zoals horeca e.d.
-
Heb je op de benedenloop van de IJssel niet dezelfde problemen als de Boven IJssel?
De Boven IJssel is smaller en kent een groter verhang dan de benedenloop van de IJssel. Perioden van lage waterstanden hebben daarmee een groter effect op de bevaarbaarheid: er blijft een relatief smalle geul over op de Boven IJssel. Een keuze kan zijn om meer water richting de IJssel te laten gaan in droge perioden. Maar dit conflicteert met de watervraag vanuit de Waal waar bevaarbaarheid van groot belang is voor het drukke scheepvaartverkeer. Wij hebben onze visie expres scherp geformuleerd om daarmee het probleem voor iedereen helder in beeld te brengen. De mogelijke keuzen voor de Boven IJssel moeten in een vervolgonderzoek precies worden bekeken.
-
Waarom is er in 2020 duidelijkheid terwijl de realisatie kleine generatie later is gepland?
Het is hier onduidelijk waar de vraag precies op doelt, maar waarschijnlijk op de situatie van de Boven en Beneden IJssel en de bevaarbaarheid. Het is niet de bedoeling van Beeld op de Rivieren om een keuze te maken. Het Beeld dient als bouwsteen in het proces van IRM om te komen tot Kansrijke Alternatieven. Hierbij worden allerlei belangen afgewogen en ligt de focus op de lange termijn, waarbij de bevaarbaarheid van de rivier nadrukkelijk op de agenda staat.
-
En ik meen dat de noordelijke IJssel in huidige situatie niet goed bevaarbaar is bij lage waterstanden in droge periode, en dat daar juist eerder de scheepvaart in de problemen komt. Klopt dat?
Op het gehele traject van de IJssel zijn knelpunten op het gebied van onvoldoende vaardiepte ten opzichte van de Overeengekomen Laagwater afspraken. Vanaf Zwolle tot en met Kampen is dit bijvoorbeeld het geval. Op de Boven IJssel zijn echter ook twee knelpunten (harde lagen) die de beladingsgraad van schepen beperken tijdens laagwater.
-
Zijn er ook plannen en mogelijkheden om water uit de IJssel te gebruiken om in de Achterhoek de droogte tegen te gaan?
Jazeker, dat is een van de mogelijkheden die wij in onze visie aandragen. Water moet nuttig worden gebruikt en langer worden vastgehouden in zowel het hoofdwatersysteem als ook het regionale systeem. Voor het Apeldoorns Kanaal zijn dergelijke plannen aanwezig, om water van de IJssel in te laten en te laten infiltreren op de Veluwe. Voor Twente zou dit ook mogelijk zijn, gezien het feit dat de droogte problematiek hier steeds groter wordt.
-
Gaat het om structurele afwaardering Boven IJssel, of alleen bij waterstanden lager dan X? Hoe vaak komt dat dan voor?
Onze insteek is om de scheepvaart zoveel mogelijk doorgang te laten geven. We moeten daarbij ook concluderen dat we tegen de grenzen van het systeem aanlopen. Het is wellicht niet altijd meer te garanderen dat de grootste klasse schepen (Va) door de Boven IJssel kunnen tijdens extreem laag water. Daarvoor is simpelweg niet meer altijd voldoende water aanwezig. Hoe vaak dit zou voorkomen moet we precies uitzoeken waarbij we ook de gevolgen afwegen.