Vraag en Antwoord Bouwdag Maas | Deel 1 (10 november 2020)

Onderweg naar een Programma onder de Omgevingswet | Marieke Hofstra

In het plenaire deel van de eerste Bouwdag stonden we nadrukkelijk stil bij het planproces. Welke stappen zijn er al gezet om te komen tot een Programma onder de Omgevingswet voor IRM en welke liggen er nog op ons pad? Hoe en wanneer denken we je hierbij te betrekken? Zijn de stappen logisch? Heb je animo om mee te bouwen? En wat is daarvoor nodig?

Marieke Hofstra lichtte dit in een plenaire presentatie toe. Tijdens de presentatie werd via de chat volop meegepraat en gereageerd. De inbreng nemen we natuurlijk mee met de totale oogst van de Bouwdagen. Ook zijn er diverse vragen gesteld waarop je hieronder een antwoord vind.

Heb je een aanvullende vraag? Mail ons: info@bouwplaatsirm.nl

Bekijk alle presentaties van deze Bouwdag

Vraag en Antwoord

  • Wat wordt bedoeld met de opmerking dat de Haalbaarheid Maas nog onvoldoende bekeken is en dat voor nu "alles" doorgaat? In welke gesprekken komt dit nog aan de orde?

    Hier wordt bedoeld dat er nog aanvullende gesprekken nodig zijn ten behoeve van de Notitie Realistische Beleidsopties over de Maas. Op dit moment zijn er nog geen beleidsopties afgevallen. Uit de aanvullende gesprekken over bevaarbaarheid, natuur en zoetwaterbeschikbaarheid zal blijken of dat alsnog zal gebeuren.

    Beheerbaarheid is voor alle riviertakken wel goed besproken en leidt tot het beeld dat alle beleidsopties in principe beheersbaar zijn en dat het beheer een goede plek moet krijgen in het Programma onder de Omgevingswet, eventueel in de vorm van een maatregel. De bijbehorende kosten zijn hierbij een belangrijk aandachtspunt.

  • Wat bedoel je met ‘de Maas uitdiepen’?

    Hier bedoelen we dat er nog aanvullende gesprekken nodig zijn ten behoeve van de Notitie Realistische Beleidsopties over de Maas

  • Wordt er op 17 november ingegaan op de inhoud/tussenresultaten van de Notitie Realistische Beleidsopties?

    Op 17 november 2020 zijn we op de tweede Bouwdag Maas tijdens de bouwsessie ingegaan op het proces om tot kansrijke alternatieven te komen. De stap naar realistische beleidsopties is een vrij technische stap. Op dit moment ziet het ernaar uit dat bij deze stap niet veel opties zullen afvallen. We hebben die dag vooral informatie opgehaald die als input dient voor het proces om tot kansrijke alternatieven te komen.

    De resultaten van de gesprekken komen terecht in de Notitie Realistische Beleidsopties (NRB). Deze notitie wordt in de volgende gremia besproken: begeleidingsgroep Integraal Rivier Management; procesoverleg Maas; Riviertaktrekkersoverleg Rijn; stuurgroep Deltaprogramma Maas en Bestuurlijk Platform Rijn. Nadat de NRB door de stuurgroep Integraal Rivier Management is vastgesteld, wordt die op deze online Bouwplaats geplaatst.

  • Is er een overzicht van de Maas- experts beschikbaar die voor expertsessies worden uitgenodigd?

    Ja, er is een dynamische lijst van experts voorhanden. Deze lijst is opgesteld door het kernteam Integraal Rivier Management. Deels zijn het experts met specifieke kennis van de Maas (danwel Rijn) en deels experts met specifieke kennis van de beleidsopties bevaarbaarheid, beheerbaarheid, zoetwaterbeschikbaarheid en natuur. Deze experts zijn gevraagd om onafhankelijk van hun organisatie mee te denken over de realistische en niet-realistische beleidsopties.

  • Wordt de presentatie over de Nota Realistische Beleidsopties ook verspreid?

    Ja, de presentatie kunt u hier terugkijken of downloaden.

  • Hoe zitten de andere opgaven in de beleidsopties?

    Integraal Rivier Management (IRM) gaat over veel verschillende beleidsopgaven. In IRM wordt bekeken welke afvoercapaciteit en bodemligging vanuit de verschillende beleidsopgaven bezien het meest passend is bij de toekomstige ontwikkeling van het rivierengebied. De beleidsopties gaan daarom in eerste instantie alleen over de verschillende potentiële keuzes die we kunnen maken voor afvoercapaciteit en bodemligging.

    In de Notitie Realistische Beleidsopties kijken we of er no go’s zijn voor die twee keuzes. Hiervoor kijken we naar haalbaarheid, maakbaarheid, betaalbaarheid en beheerbaarheid. De Notitie Realistische Beleidsopties gaat dus niet direct over andere beleidskeuzes, maar kijkt wel vanuit de aspecten natuur, bevaarbaarheid, zoetwaterbeschikbaarheid en beheerbaarheid naar waar de grens zit voor de instellingen van de afvoerverdeling en bodemligging.

  • Is afvoercapaciteit een maatregel om de hoogwaterveiligheid te dienen? Zo ja, hoe verhoudt deze zich tot de eerder opgestelde Voorkeursstrategie en de uitwerking ervan voor de Maas?

    Het vergroten (of behouden) van de afvoercapaciteit is een maatregel die verschillende doelen dient. Door het vergroten van de afvoercapaciteit kunnen de dijken inderdaad lager blijven of kan er waterstandsruimte ontstaan om buitendijks te versterken, daar waar binnendijks versterken moeilijk is. Ook is er waterstandsruimte nodig voor benodigde natuurontwikkelingen, eventuele bodemmaatregelen en voor ruimtelijk-economische ontwikkelingen. Straks moeten we de afweging maken over de opties waar de waterstandsruimte voor benut gaat worden.

    De Voorkeursstrategie Rivieren en de uitwerking daarvan voor de Maas in de Adaptieve Uitvoeringsstrategie Maas (AUM) is meegenomen in Integraal Rivier Management (IRM). Het werkdocument geeft een helder beeld van de mogelijkheden voor waterstandsverlaging bij hoogwater. De ideeën en uitkomsten van de AUM betrekken we dan in de uitwerking van de maatregelpakketten in het kader van IRM.

    Aangezien IRM natuurlijk een bredere doelstelling heeft dan alleen hoogwaterveiligheid, maken we gebruik van de pakketten van de AUM, maar zij worden niet op voorhand 1-op-1 overgenomen. Het is ook mogelijk dat er ook andere maatregelen worden benoemd en/of dat maatregelen uit de AUM afvallen.

  • Waarom wordt er juist gekeken naar de factoren: afvoercapaciteit en rivierbodemligging in de Notitie Realistische Beleidsopties?

    In Integraal Rivier Management (IRM) kijken we naar alle doelen en opgaven in het rivierengebied. Deze doelen worden o.a. in het Beeld op de Rivieren (BoR) bij elkaar gebracht. We hebben bij de start van IRM geconstateerd dat er twee belangrijke systeemknoppen zijn om aan te draaien. Dat zijn de mate van afvoercapaciteit en de bodemligging. Voor deze knoppen moeten we nog een beleidskeuze maken.

    In het hele proces kijken we dus naar welke instelling van de knoppen ‘het beste’ past bij de brede opgaven en doelen die we hebben in het rivierengebied. Zaken als de financiële haalbaarheid nemen we hierin mee. Die instellingen van de afvoercapaciteit en rivierbodemligging zijn dus een middel om doelen in andere thema’s te bereiken, maar geen doel op zich.

    Het proces van IRM is erop gericht om te analyseren welke instelling van de knoppen bodemligging en afvoercapaciteit vraagt, voor een toekomstbestendig riviersysteem dat meervoudig bruikbaar is en als systeem zo goed mogelijk functioneert. Dit doen we aan de hand van de verschillende beleidsopties en mogelijke alternatieven.

  • Wie stelt vast of alle potentiële opties nu in beeld zijn voor de Notitie Realistische Beleidsopties?

    Voordat we de eerste stap zetten om te komen tot kansrijke alternatieven bepalen we welke instellingen van de knoppen we meenemen in het proces hiernaartoe. We bekijken in de Notitie Realistische Beleidsopties (NRB) dan vooral naar de bandbreedte ervan. Zit er bijvoorbeeld een grens aan? Met de NRB willen we die beleidsopties en dus instellingen van de systeemknoppen, die niet realistisch zijn, laten afvallen. Zo kunnen we focus aanbrengen in de alternatieven die we onderzoeken en analyseren.

    De resultaten van NRB en Notitie Kansrijke Alternatieven (NKA) worden voorgelegd aan de Stuurgroep. De besluitvorming daarover wordt uiteraard voorbereid in de daarvoor ingestelde processen via o.a de begeleidingsgroep, de themagroep Integraal Rivier Management (IRM) en kernteam IRM en ook via stuurgroep Deltaprogramma Maas en Bestuurlijk Platform Rijn en de ambtelijke vooroverleggen. In de lopende uitvoering hebben ook de begeleidingsgroep en de themagroep IRM hier een stem in.

  • Bodemligging kent vanuit scheepvaart wellicht een minimum?

    Inderdaad zijn er vanuit de scheepvaart (internationale) eisen voor de diepgang en daarmee voor de bodemligging. Per riviertak is de opgave die daarvoor ligt anders. Op de Rijntakken bijvoorbeeld, zie je drempels in het systeem ontstaan door erosie. Die drempels vormen een knelpunt voor de scheepvaart. Daarnaast is in de Maas het systeem gestuwd dus zullen drempels niet zo snel het probleem zijn, maar kunnen wel overgangen met harde constructies rond stuwen en sluizen problemen geven. Voor de Maas kijken we in een aanvullend gesprek in het kader van de Notitie Realistische Beleidsopties (NRB) nog nader naar deze eisen. Als er een minimumvereiste blijkt te zijn, dan nemen we die mee in de verdere analyse oftewel het planproces, om te komen tot een Programma onder de Omgevingswet (PoW).

  • Echter verder verdiepen kan een hoogwatermaatregel zijn. Vallen deze oplossingen niet te snel af?

    Verdiepen kan inderdaad een maatregel zijn om de afvoercapaciteit te vergroten. In de fase van de Notitie Realistische Beleidsopties (NRB) vallen nog geen maatregeltypen af. Wel is het zo dat we in het kader van Integraal Rivier Management (IRM) juist onderzoeken of de eroderende bodemtrajecten gestabiliseerd moeten worden of verhoogd. Ook kijken we hoe we het sedimentmanagement willen insteken. Voor de Maas is het voor meerdere functies van belang om de sedimentbalans te herstellen, en van daaruit zouden zomerbedverdiepingen ongewenst zijn. Op dit moment zijn er nog geen verdiepingen afgevallen. Dit kan wel gebeuren in de analyse die we nog uitvoeren.